donderdag 10 oktober 2024

Liefhebben

Vooropgesteld: De Ware en ik zijn al heel lang heel erg gelukkig met elkaar. Maar het zou niet gezond zijn als er niet enige wrijving was. En gelukkig is die er. Meer bepaald: De Ware beklaagt zich af en toe over de hoeveelheid hobby’s die ik heb. Hobby’s zijn liefhebberijen: activiteiten die je met liefde beoefent in je vrije tijd en die dus mogelijk ten koste gaan van de aandacht die een liefhebbende (!) partner zo hard nodig heeft. Dus ik zie deze bezwaren dan ook vooral als een compliment.

De Ware heeft ook wel een punt. Ik heb inderdaad veel hobby’s. En in de loop der jaren kwamen er almaar meer bij. Sommige mogen overigens de naam van hobby niet hebben. Het gaat soms meer om een geëscaleerde dwangneurose. Zo fotografeer ik overal waar ik kom een paar schoenen tegen een nogal toeristisch decor. Die foto’s doen het leuk op social media en thuis aan de muur in de hal. De Ware ergert zich vooral aan de tijd die dit kost als we door een willekeurige buitenlandse stad of polder banjeren.

Ik fotograaf ook De Ware, wanneer die tegenover me zit als we uit eten gaan. Dat leverde onlangs een mooie collage op van een kleine tweehonderd foto’s van de afgelopen tien jaar. De lieverd bleek in al die tijd geen spat veranderd of verouderd. Daarnaast spaar ik pinguïns in alle soorten en maten, voor menigeen een dankbaar verjaarscadeau. Verder heb ik een moestuin waarin ik in het seizoen vele uurtjes doorbreng. Als lid van de bijbehorende volkstuinvereniging maak ik nagenoeg eigenhandig een regelmatige nieuwsbrief. Tweemaal per week ga ik naar de sportschool en wekelijks maak ik een podcast en incidenteel een pubquiz. Maar dat doe ik samen met De Ware.

De afgelopen jaren ben ik bovendien bezig geweest met het afbouwen van mijn hobby’s. Na tien jaar ben ik gestopt als bestuurslid van de officiële Nederlandse songfestivalfanclub en met aanverwante activiteiten: ook voor deze club maakte ik een nieuwsbrief en was ik medeorganisator van een aantal kleine en grote evenementen. Dat staat nog altijd leuk op mijn cv, maar levert nu behoorlijk wat tijd op. Goed bezig dus!

Tenminste… er komen helaas ook weer nieuwe hobby’s bij. Sinds enige tijd ben ik verslaafd aan artificial intelligence, ofwel AI. Ik kan uren bezig zijn met het (laten) creëren van een fraaie afbeelding, bijvoorbeeld van de hondjes bij deze tekst. Maar ook het (laten) maken van songs vind ik een fascinerende bezigheid. De teksten schrijf ik zelf, maar ik voel me ook een heuse producer wanneer ik al promptend aanwijzingen geef aan de virtuele muzikanten. Ik schrijf songs voor verjaardagen van vrienden of voor (klein)kinderen. Alles ook uiterst dansbaar.

Een liedje maakte ik voor een café waar ik graag kom (o ja, ook weer een hobby). Daar wordt dit nummer nu soms gedraaid en ook nog meegezongen. Door dat succes sla ik vervolgens helemaal door en maak ik er ook nog een videoclip bij.

Kost allemaal vele uren tijd die je nooit meer terugkrijgt. En dat leidt dan weer tot wrijving in de relatie. Maar dan schrijf en produceer ik snel een onweerstaanbaar liefdesliedje voor De Ware, zodat die toch de broodnodige en liefdevolle aandacht krijgt.

P.S. Met bovenstaande tekst was ik ook weer een uurtje leuk bezig.

donderdag 19 september 2024

Notaris

Met het vorderen der jaren, verschuiven ook de aandachtsgebieden. En nu de bladeren weer beginnen te vallen, denk ik dikwijls aan doodgaan. Anders dan vroeger gaan die gedachten niet meer naar een groots en meeslepend afscheid, waarbij honderden mensen mij massaal en diepbedroefd de laatste eer bewijzen in een schier oneindige erehaag, onder begeleiding van een tranentrekkende playlist. Nu overweeg ik vooral de weg naar dat onvermijdelijke einde.

Ik zie het om me heen: de vraag is niet of het verval zal inzetten, maar hoe en wanneer. Welke invloed kan ik daar dan zelf nog op uitoefenen? En hoe kan ik mij ervan verzekeren dat die ideeën ook werkelijkheid worden? Natuurlijk prijs ik mij gelukkig met De Ware, die er alles aan zal doen om mijn laatste levensdagen liefdevol en zoveel mogelijk naar wens te begeleiden. Maar wat als die eerder de pijp aan Maarten geeft? Wij vonden een oplossing in het opstellen van een zogeheten levenstestament en begaven ons naar de notaris.

In een levenstestament is het mogelijk om bij leven iemand te machtigen bij het nemen van financiële en medische beslissingen in de lijn van de wensen van het lijdend voorwerp, wanneer dat zelf niet meer bij machte is om dat te doen. Ik had er al best over nagedacht en zelf ook vrij gedetailleerd op papier gezet hoe ik dit alles voor me zag. We maakten een afspraak met de notaris voor een informatief gesprek en dit papier nam ik mee. 
We hadden natuurlijk geen afspraak met de notaris zélf, die zet vooral handtekeningen tegen een duizelingwekkend tarief. Nee, we hadden een gesprek met een notaris in opleiding, wat in de kantoorhiërarchie nog lager is dan een kandidaat-notaris.

Stipt op tijd belden we aan bij het kantoorpand, dat wat minder grandeur had dan verwacht. We werden in een wachtkamer gezet (een kapstok was nergens te bekennen) en kregen een kopje thee. Er waren nog twee stoelen en toen er drie luidruchtige heren binnenkwamen vroeg ik me af hoe dat nu moest. Maar de heren kwamen alleen even de notaris de hand schudden vanwege een succesvolle deal. Dat gebeurde in een nabijgelegen en uiterst gehorige ruimte en ging gepaard van veel uitbundig geschater. Zoveel vrolijkheid: dit moest echt wel een goed kantoor zijn.

De mannen vertrokken na tien minuten weer, wijzelf mochten na ruim twintig minuten wachten binnenkomen bij de notaris in opleiding, een morsige, mompelende en oogcontactvermijdende veertiger. Al snel bleek dat de wederzijdse verwachtingen niet overeenkwamen. Onze gastheer meende snel een conceptdocument uit een la te kunnen trekken en daarop vervolgens wat namen en geboortedata in te vullen et voilá: klaar is de notaris!

De benodigde namen en data schreef de aankomende notaris op een slordige kladblok. Toen we voorzichtig begonnen over onze specifieke wensen schreeuwde zijn hele lichaamstaal het uit van weerstand, onwil en paniek. Nee, zo ging dat niet hier op kantoor. Feitelijk was er een format dat leidend was en alleen maar hoefde te worden ingevuld. Tegen andere werkwijzen zou de kandidaat-notaris (!) zeker bezwaar maken. De Ware en ik hoefden naar elkaar niet uit te spreken dat we geen goed gevoel hadden bij dit gesprek. We beloofden erover na te denken en dat we nog wat zouden laten weten. Onze gesprekspartner wilde ons zijn visitekaartje meegeven, maar moest dat eerst even halen. Het lag op zolder, twee verdiepingen hoger.

Na een afstandelijke handdruk stapten we, ondanks het onbevredigende karakter van ons bezoek, we opgelucht naar buiten.

Onze lege theekopjes stonden nog altijd in de wachtkamer.

 

donderdag 5 september 2024

Koninginnedag

Het is feest! Vandaag is de verjaardag van mijn eerstgeborene, het oudste kind, de Kroonprinses. Zij is allang volwassen en uitgevlogen uit het ouderlijk nest, maar welbeschouwd verandert de ouder-kindrelatie door de jaren heen niet wezenlijk. Er blijft altijd een basis van zorg en verantwoordelijkheid die door de jaren heen soms zelfs sterker wordt.

Met Kroonprinses was dat niet anders. Nog wel erger, eigenlijk. Nadat ze het ouderlijk huis verliet, ging dat direct met grote stappen. Ze vestigde zich ver van huis en stapte in een relatie, die zich ontwikkelde tot een uiterst toxische variant. Vele jaren was ons contact spaarzaam en breekbaar. Het was een verdrietige periode vol zorg en onzekerheden en absoluut niet het sprookje waarin prinsessen doorgaans de hoofdrol spelen. Gelukkig wist de prinses uit ons verhaal zich uiteindelijk hieruit los te maken en werd daarbij liefdevol opgevangen in de armen van haar eigen Prins. Hoewel de fysieke afstand zelfs nog wat groter werd, groeide zowel ons contact als onze verstandhouding. Eind goed, al goed? Ik heb geleerd dat er weinig zeker is in het leven.

Ook heeft deze periode mij geleerd dat ik een oordeel op handel- of denkwijze van mijn kroost in de meeste gevallen doorgaans beter voor me kan houden. Het zoeken van een eigen weg werkt vele malen beter dan een dwingend ouderlijk advies, alle goede bedoelingen ten spijt. Maar ik kan het ook niet altijd laten om er commentaar op te geven. Laatst beëindigde de Prinses een telefoongesprek met de mededeling dat de avondmaaltijd klaar was en dat het Koninklijk Paar dit zoals altijd, bord op schoot, voor de televisie zou nuttigen. Dit ontlokte mij een uitroep van teleurstelling en de verzuchting dat ik haar zo toch niet had opgevoed. Wij aten vroeger als gezin aan tafel en er stond geen televisie of zelfs radio aan. Nog altijd eten De Ware en ik in ons empty nest samen, zonder televisie. Alleen nu speelt er wel eens een radio op de achtergrond. Ik weet intussen dat we in ons eetritueel zelfs in onze eigen generatie een uitzondering zijn.

Deze week ontving ik uit het Koninklijk Paleis een foto van een huiselijk gedekte tafel, helemaal klaar om aan te schuiven voor de risotto. ‘Terug naar mijn opvoeding’ luidde het onderschrift. Ik begreep het niet meteen, maar Kroonprinses lichtte het zelf meteen even toe. Zij (en haar Prinsgemaal) hadden mijn opmerking ter harte genomen en besloten hun schermtijd te verminderen. Het avondmaal vindt ten paleize voortaan plaats aan de keukentafel. Ze voegde er nog aan toe: ‘Naar advies van pappa wordt altijd geluisterd… of op zijn minst overwogen’.

Mijn hart werd er warm van. Dat vaderlijke raad na zoveel jaren toch nog een vruchtbare bodem vindt, is het geduld meer dan waard!

De Prinses is een Koningin geworden. Dus dat maakt vandaag Koninginnedag.

zaterdag 27 juli 2024

Richting

We hebben echt een fijne relatie, De Ware en ik. We voelen en vullen elkaar doorgaans goed aan en we doen (daarom) ook heel veel dingen samen. Meestal gaat dat dus heel goed. Meestal.

Misschien goed om hier te melden dat we beiden een aangeboren competitiedrang bezitten. Dat betekent dat we allebei graag willen winnen dan wel ons gelijk willen halen. En elk even veel moeite hebben om ongelijk toe te geven. Gelukkig zijn we het meestal met elkaar eens. Meestal.

Het gaat mis wanneer het gaat om logistiek. Meer bepaald: navigatie. Wij zijn van de generatie die heeft geleerd kaart te lezen en zich voorbereid op een reis door vooraf de route uit het hoofd te leren. Die vervolgens in paniek raakt wanneer een afslag wordt gemist of een weg blijkt afgesloten. We hebben bovendien weinig vertrouwen in een navigatiesysteem en willen de bijbehorende aanwijzingen niet zomaar klakkeloos volgen. Iets met controle, denk ik.

Tot zover de overeenkomsten. Verschillen zijn er ook. De kroonprinses, ons oudste kind, woont sedert enkele jaren in het buitenland. Niet heel ver: in principe iets meer dan twee uren autorijden door veelal Duits landschap. De reputatie van die autowegen is allang achterhaald. De Oosterburen zijn inmiddels (veel te laat) gestart met renovatiewerkzaamheden. Dat houdt in: tientallen kilometers langzaam rijden over veel te smalle rijbanen langs lege bouwketen en asfalteermachines.

Omdat er altijd meer wegen naar Rome leiden, consulteer ik via andere navigatieapps welke van die wegen het snelst is. Dit doe ik als ik mijn handen vrij heb, dus in de passagierszetel. De Ware zit dan achter het stuur, maar die wordt helemaal gek van mijn suggesties, terwijl die toch een significante tijdsbesparing opleveren.

Het ergste is daarbij dat, welke beslissing we ook nemen, het altijd de foute blijkt te zijn. We belanden dan toch in een file of in een andere richting dan die van de bestemming. We arriveren dus altijd te laat bij dochterlief. En zoals gezegd: voor ongelijk toegeven hebben wij beiden geen talent. Dit leidt derhalve tot een conflict en een auto is de minst goede plek om met een conflict om te gaan.

Overigens gebeurt dit alles niet alleen maar in de auto. Toen onlangs een lieve vriendin verhuisde naar het buitengebied en wij naar de housewarming wilden fietsen (geschatte reistijd 20 minuten) kwamen wij er met een half uur vertraging en verhitte gemoederen aan. Dit leidde niet tot enige lering, want over de terugreis deden we zelfs nog langer. En ook een wandeling kan ontaardden in een vergaand meningsverschil. We weten eigenlijk allebei niet hoe we een kaart op Google Maps moeten lezen (De Ware zal dit ontkennen), omdat die kaart voortdurend lijkt te draaien in een ingewikkeld patroon. Hierdoor lopen we steevast eerst opgewekt een kwartier de verkeerde richting in om van die fout vervolgens elkaar de schuld te gaan geven, hetgeen nog zeker zoveel tijd kost. In het ergste geval verdwalen we in een bos of op een eenzame berg én in een onweersbui. Waar gebeurd, diverse malen

Komende week gaan we samen op vakantie naar Zuid-Europa. Met de auto. Naar een gebied waar we nog nooit geweest zijn en waar het fraai wandelen is.

Ik kijk er enorm naar uit!

  

woensdag 10 juli 2024

OV OVerlevingsgids

Stel je voor: het is een zonnige ochtend. Je stapt opgewekt de deur uit, koffie in de hand en een hoofd vol plannen. Vandaag wordt jouw dag. Maar dan, terwijl je met een vrolijke pas richting het station loopt, voel je een kleine schaduw op je geluk: de vertraging in het openbaar vervoer.

Dus daar sta ik dan. Het station, dat in mijn hoofd een bruisende hub van activiteit en punctualiteit is, verandert langzaam in een oase van stilstaande treinen en zuchtende reizigers. De omroepster, die in mijn fantasie de binnenkomst van treinen altijd aankondigde als een charmante radio-dj, blijkt een vermoeide ambtenaar met een hardnekkige verkoudheid: ‘Beste reizigers, vanwege een seinstoring is uw trein vertraagd. Onze excuses voor het ongemak.’ Ongemak? Als ik een euro kreeg voor elke keer dat ik dat woord hoorde, had ik nu een privéjet. En wat houdt een seinstoring trouwens in?
 
Daar sta ik dan, in de rij bij de kiosk voor een tweede, misschien zelfs derde koffie. Ik kijk om me heen en merk dat ik niet alleen ben in mijn ellende. De medegedupeerden vormen een bont gezelschap: de verwarde toerist die wanhopig zijn Google Maps aanstaart, de student met een laptop die nu een mobiele werkplek heeft gecreëerd, en de zakenman die zo intens in zijn telefoon praat dat je vermoedt dat hij het OV probeert te herstructureren via een conference call.
Zelf besluit ik te multitasken (een vaardigheid waarvoor ik doorgaans weinig talent heb). Ik check mijn mail, beantwoord een paar berichten, en herinner mezelf eraan om niet te vergeten vandaag nog ergens risottorijst te kopen, het essentiële maar vergeten ingrediënt voor het avondmaal. Al snel merk ik dat ik, ondanks alles, eigenlijk best productief bent. Een briljant inzicht daalt in: misschien is vertraging wel het geheim van multitasking.
Net als ik denk dat ik deze onverwachte wending meesterlijk beheers, hoor ik opnieuw die stem: ‘Beste reizigers, de vertraging is helaas langer dan verwacht.’ De zon schijnt nog steeds, maar in mijn hart begint een klein regenwolkje te druppen.
 
En dan, als een lichtstraal door de wolken, arriveert eindelijk mijn trein. Er ontstaat een haast filmisch moment waarin alles vertraagd lijkt te gaan, alsof ik in een reclame voor parfum zit, terwijl ik in werkelijkheid door een mensenmassa naar binnen wordt geduwd.
Ik vind een plekje, haal diep adem en ontspan. Terwijl de trein zich langzaam in beweging zet, realiseer ik me iets belangrijks: het is niet de bestemming, maar de reis die telt. En als je een goed verhaal hebt om te vertellen, dan is zelfs de meest ellendige vertraging de moeite waard. Wie weet leidt die vertraging wel tot de beste anekdote van de dag.
Ik glimlach naar mijn medereizigers en krijg zowaar een glimlach terug.
 
Nee, dat laatste is natuurlijk niet waar. Oogcontact in een trein komt even vaak voor als een Van Gogh-expositie in de Haagse Schilderswijk. En dit was nog maar het begin van de ellende. Ik moest aan het eind van de dag ook weer naar huis. Een reis die vele malen dramatischer was dan de vertraagde dagstart.
Maar daarover een volgende keer meer.

woensdag 29 mei 2024

Jezus Christus!

Hondje ontdekt: een avondje uit is niet altijd even ontspannen of zonder risico..

Allebei zijn we muziekliefhebbers, De Ware en ik. Aanvankelijk lagen onze voorkeuren nog wel wat uit elkaar, maar in de loop der jaren zijn we (ook) op dat gebied naar elkaar toegegroeid. De Ware vergezelt mij met zonder voorbehoud naar songfestival of musical. Dat is echte liefde.

Veel recensenten beloonden deze vaderlandse interpretatie met de volle vijf sterren en dat bracht ons ertoe om de portemonnee te trekken en een bezoek te brengen aan de musical Jesus Christ Superstar. (Nou ja, ik gaf dit aan De Ware als verjaardagsgeschenk). De voorstelling was uitverkocht. We zaten niet in de (superdure) superseats die op het podium stonden en waarin de toeschouwers met de apostelen mochten meedelen in brood en wijn, maar we hadden fraaie plaatsen in de zaal aan het einde van een rij in het midden, zodat we indien nodig ongemerkt even een toilet konden bezoeken. Toenemend toiletbezoek is een euvel dat hoort bij onze levensfase, maar was bij deze voorstelling niet aan de orde.

Al voordat we de zaal betraden passeerden we verschillende waarschuwingsborden. Die waarschuwingen hadden betrekking op het gebruik van heftige lichtflitsen en bloed tijdens de voorstelling. Nu ben ik zelf licht gevoelig voor lichtflitsen (word er duizelig van) en kan ik ook niet tegen het zien van bloed en verwondingen (word er misselijk van), maar in beide gevallen heb ik ook een goed werkende remedie: gewoon de ogen sluiten. Het leek mij dus voldoende veilig om plaats te nemen.

De voorstelling was in meerdere opzichten indrukwekkend en de waarschuwingen bleken niet overdreven. Vooral in de eindfase van de voorstelling ging het er heftig aan toe. Jezus kreeg 39 zweepslagen die werden toegediend door de volledige cast en gepaard gingen met veel stroboscopisch geweld en met zoveel bloed dat de kleding van echt elke acteur er volledig mee doordrenkt raakte. Op dat moment barstte een vrouwelijk toeschouwer, precies drie rijen voor ons, in snikken uit. Of nee, niet zomaar in snikken, maar in lange, bijna hysterische uithalen. Verschillende mensen probeerden haar af te voeren, maar dat lukte niet direct. Vanuit andere hoeken van de zaal schoten mensen te hulp. Sommigen moesten voor ons langs (en daarna weer terug). Allemaal verplegend personeel, vermoed ik. Er was veel onrust in de zaal, maar de voorstelling ging onverminderd door. Na enkele minuten van afwezigheid kwam de dame in kwestie weer terug met een glas water. De rust in de zaal leek weergekeerd, maar op het podium ging er nog altijd heftig aan toe.

Nog geen drie minuten later - Jezus was intussen bezweken – kreeg dezelfde vrouw een epileptische aanval. Het hele ritueel herhaalde zich. Van alle kanten kwamen mensen aangesneld, dame werd de zaal uit gewerkt, mensen moesten weer terug naar (veelal het midden van de) zaal, voorstelling ging door. Omdat we aan de zijkant zaten, hoorden we het theaterpersoneel intensief met elkaar overleggen. Nog voor het einde van de voorstelling keerde de vrouw opnieuw terug om deel te nemen aan het slotapplaus.

Ik vroeg me af of zij de waarschuwingen had gelezen en misschien ook had gedacht: ‘Ik doe gewoon mijn ogen dicht’. Het idee dat dit kennelijk niet geholpen had, gaf mij toch een onbehaaglijk gevoel.

 

maandag 6 mei 2024

Dagje ouder (Europapa)

Het is weer die tijd van het jaar. De lente zet (eindelijk) door, de zon laat zich weer en zien er hangt muziek in de lucht. En heel veel saamhorigheid.

We zijn in Malmö, Zweden, De Ware en ik. We houden allebei natuurlijk heel erg van dit land en we proberen er elk jaar wel naar af te reizen. Maar nu valt alles samen. We bezoeken het Eurovisie Songfestival, dat hier plaatsvindt. Het is het vierde songfestival in Zweden dat we bezoeken. Ons allereerste festival was 24 jaar geleden. In Stockholm. En misschien is dit wel het laatste. Want we worden immers ook een dagje ouder.

Het songfestival is een feest van verbroedering, roep ik vaak. De sfeer is er een van vrolijkheid en harmonie en – in tegenstelling tot voetbalsupporters – gunnen festivalfans elkaar allemaal het beste. Die uitgelaten feestelijkheid staat in schril contrast met de enorme hoeveelheid politie en beveiligers. Voor dit publiek zijn die volkomen overbodig, dat is door de jaren heen afdoende bewezen. Van enige dissonant was er nooit sprake. Maar ja, tijden veranderen. Het lieve volkje moet worden beschermd tegen spelbrekers, aandachtvragers en erger. Dat dit wellicht voorkomen had kunnen worden door een ander beleid van de overkoepelende organisatie EBU is een ingewikkelde politieke discussie.

Toch laten liefhebbers zich hierdoor niet weerhouden en blijft de sfeer opperbest. Tijdens de fanfeestjes gedurende de week maken we weer nieuwe vrienden en ontmoeten we oude bekenden. Dat we voor een flesje bier (25cl) zo’n 9 euro moeten neertellen maakt dan niet meer uit.

Op zo’n avond met een hoog reünie-gehalte proberen de fanatiekelingen (mezelf meegerekend) steeds als eerste te roepen welk nummer de dj van dienst draait, welke land het inzond en in welk jaar. Zelf ben ik in dit spelletje niet de beste, maar ook niet de slechtste. Toen ik aan het begin van deze week een nummer herkende uit 1977, deed iemand in het gezelschap daar wat schamper over: ‘Ja, dat zul jij niet weten, op jouw leeftijd!’ Een ander vroeg mij vervolgens hoe oud ik dan eigenlijk was: ‘Want hij zegt dat jij wel tegen de zestig bent, haha’. In die woorden klonken door dat dit geen geloofwaardige gok was en juist dat vervulde mij met trots en zelfvertrouwen. Ik maakte mezelf maar eens groot (licht op de tenen, borst vooruit) en antwoordde geheel naar waarheid: ‘Ik ben eenenzestig.’ Een echte EurOPApa.

De verbazing bij de toehoorders was groot en de bewondering zo mogelijk nog groter. Het heeft lang geduurd voordat ik het ouder worden kon accepteren, laat staan omhelzen - en nog steeds kost dat soms moeite. Maar dit was een moment waarop ik daarin daadwerkelijk slaagde.

Ja, er was ook ongeloof. Was mijn haarkleur dan wel naturel? Zeker wel! En er was geruststelling. Dus dit, hier, wat wij nu met elkaar deden, daarmee konden zij ook nog een behoorlijk tijd mee voort. ‘Ik dacht dat ik dan wel achter de geraniums zou zitten. Maar dat hóeft dus helemaal niet!’ Die gedachte verhoogde zichtbaar de feestvreugde en ik voelde me persoonlijk verantwoordelijk voor de Euphoria die van deze avond bezit had genomen. Hoe heerlijk is het toch om anderen gelukkig te maken.

De volgende avond was het feest niet minder uitgelaten. Vermoed ik. Ik was daar zelf niet bij. Een dagje ouder betekent ook een dagje langer herstel. Of twee. Of drie.

maandag 22 april 2024

Relaxed

De radiostilte van tweeënhalf jaar was even nodig, maar hondje kan het toch niet laten en pakt de pen weer op…

Er gebeurde te veel, zowel in mijn leven als in de wereld, en het optekenen van die gebeurtenissen had niet de prioriteit. Het ontbrak aan rust voor reflectie, de mogelijkheid tot overpeinzen. Of de rust daadwerkelijk is weergekeerd weet ik niet. Maar vanaf nu ga ik proberen de regie in eigen hand te nemen en de nodige rustmomenten gewoon te nemen. Of te manifesteren, om maar eens een eigentijds fenomeen te benoemen.

Het ultieme rustmoment in de week is de zondagochtend. Soms staat die in het teken van uitbrakken, want het blijkt toch nog steeds moeilijk om me altijd te gedragen naar het daadwerkelijke aantal levensjaren. Terwijl het herstel toch almaar meer tijd en energie en paracetamol vergt. Maar soms is de zondagochtend een volkomen serene sessie, waarin een halfzacht gekookt eitje, mand met afbakbroodjes en twee weekendkranten centraal staan. Met een beetje geluk schijnt de late ochtendzon op de ontbijttafel. De Ware en ik vragen elkaar beurtelings om boter of hagelslag door te geven, verder doen we er het zwijgen toe.

De soundtrack van zo’n ochtend wordt verzorgd door een internetradiostation. Radio 192. Dat was in een ver verleden de middengolffrequentie van Radio Veronica. De playlist van dit station bestaat ook nu uit louter jingles en liedjes uit de jaren 60 en 70. Ik zeg liedjes, want toen sprak niemand nog van tracks. Soms worden volledige programma’s, inclusief presentatie herhaald, ondanks de matige mono-kwaliteit. Verder zijn alle reclamespotjes uit voornoemde decennia, van merken en producten die niet meer bestaan of mogen. Zoals Berdy (voor nappa en suede), Goudhaantje en heel veel tabaksreclames. Hoogtepunt is de commercial voor Margriet die door Martine Bijl is ingezongen. ‘Margriet is je beste vriendin…’ Kortom, in zowel beeld als geluid is het een nostalgisch tafereel bij ons op zondagochtend. Vermoedelijk is het ook onze tegenreactie op de actuele ontwikkelingen in de wereld, een vorm van vluchtgedrag, iets van vroegerwasallesbeter.

En heel soms gebeurt er op zo’n ochtend dan nog iets zeldzaam prachtigs. Om die opperste staat van melancholie en uiterst geluksgevoel dan nog eens te benadrukken, draait ons zondagochtendstation dan de Carpenters, met hun liedje Yesterday Once More.

Niet alleen relaxed en retro, maar ook volkomen meta. Heerlijk.