vrijdag 12 november 2010

Bril (2)

Eerder durfde ik op deze plaats al twee dingen toe te geven. 1: ik ben een tikje ijdel. En 2: ik ben behoorlijk slechtziend. Een onmogelijke combinatie, want de ijdeltuit in mij weigert pertinent een bril. Dat leidt tot veel praktische nadelen. Op mijn vorige column (van 29 juni jl.) reageerde Sociale Studies-studente Daniëlle Schmitz met de opmerking: ‘Neem lenzen’. Wat een openbaring.

Ik dacht zelf altijd dat lenzen niet geschikt waren als oplossing voor mijn probleem. Zowel voor dichtbij als voor veraf neemt mijn zicht af, als gevolg van mijn leeftijd. Navraag onder andere slechtzienden leerde dat hiertoe uitsluitend de zogeheten varifocus-bril uitkomst bood. Zeker, er waren ook varifocus-lenzen, maar die had niemand. Nou ja, één iemand, maar zij had, als gevolg daarvan, altijd last van nek en schouders, omdat ze voortdurend krampachtig ging zitten focussen.

Na voortdurende praktische problemen, zoals beschreven in de aflevering van 29 juni, en veel zoekgeraakte of gesneuvelde leesbrillen, bracht ik een bezoek aan een opticien. Ik koos voor een keten die werd aanbevolen door mijn zorgverzekeraar. Nu Youp van ’t Hek een persoonlijke kruistocht lijkt te zijn begonnen tegen mobiele telefoonprovider T-Mobile, kan ik de naam hier ook rustig noemen: Pearl. Ik was bijzonder verrast toen mij de vraag werd gesteld of ik wel eens aan lenzen had gedacht. Nee, dus!

De technische uitleg was ook voor mij ingewikkeld, maar kwam ongeveer neer op het nu volgende. Een heel nieuwe variant van contactlenzen is gebaseerd op het principe dat een oog zich specialiseert in het kijken in de verte en daarbij wordt ondersteund door het andere oog. Het tweede oog kan juist beter dichtbij kijken, met steun van het eerste oog. Die leuke lenzenspecialist kon het mij heel aardig uitleggen. Toen ik mijn nieuwe lenzen eenmaal inhad, zag hij er overigens veel minder aantrekkelijk uit.

Ik ervoer die nieuwe zachte lenzen als een bevrijding. Alles zichtbaar en leesbaar en nooit meer zoeken naar een bril. Fantastisch. Oké, op jaarbasis ging dit experiment mij 400 euro kosten, maar hé: ik kon zien én zag er gewoon goed en tijdloos uit. Opgetogen keerde ik huiswaarts. En moest vervolgens elke ochtend een half uurtje eerder opstaan om mijn nieuwe vrienden op hun plaats te krijgen. Na zes dagen was er een helemaal gescheurd…

Ook het tweede paar haalde de eerste week niet. Ik haalde een van de lenzen halverwege de dag uit mijn oog omdat ik er enorm veel last van had. Het bleek nog maar een halve lens te zijn. Twee dagen daarna, bij een bezoek aan Pearl, bleek de andere helft nog steeds rond te zweven in mijn oog. Ik moest die ter plekke uithuilen. Dat is goed gelukt. Een derde lenzensetje (‘onder garantie!’) heb ik afgeslagen.

Want liever veroordeel ik mijzelf tot afneembare prothese dan tot een permanente beschadiging…

Deze column werd eerder online gepubliceerd voor studenten en medewerkers van Fontys Hogscholen op 26 oktober 2010

Geen opmerkingen:

Een reactie posten