Bij mij thuis staan de feestdagen voor een belangrijk
deel in het teken van samenzijn. Uit of thuis. Met vrienden of gezin. Kinderen
komen, ze brengen partners mee (indien aanwezig) en sinds enkele jaren ook een
eigen kind. En juist dat laatste is het eigenlijke stralende middelpunt van onze
festiviteiten. Want ik durf hier rustig toe te geven: ik ben tot over mijn oren
verliefd op mijn kleindochter. Ik aanbid al jaren de grond waarover ze kruipt, hobbelt,
huppelt of rent. En die verliefdheid is alleen maar erger geworden sinds ze
communiceren kan. Eerst met die hemelsblauwe blik van onschuld en mateloos
vertrouwen. Met de knuffels en kusjes die zij op verzoek levert (of soms
weigert). En nu dan ook met de taal waarmee zij haar bedoelingen onderstreept:
klanken en woordjes die in ongeachte welke situatie hetzelfde effect sorteren:
vertedering en nog verdergaande verliefdheid.
Dit jaar was de kleine prinses voor het eerst aan het
kerstdiner aangeschoven in gezelschap van haar mama én haar papa. Voor alle
volwassenen een prachtig wonder van liefde, perfect in het verlengde van de
kerstgedachte. Zonder enige gene vroeg ze de voortdurende aandacht van haar
tafelgenoten: afgezien van haar beide ouders, ook de twee opa’s, haar
lievelingstante en haar favoriete oom (de langste aan tafel, maar wiens naam steevast
door prinsesje in de verkleinvorm wordt gebezigd). En kreeg die ook
onvoorwaardelijk, want de verliefdheid is bepaald niet beperkt gebleven tot die
ene opa. Van het culinaire kerstmaal at zij slechts enkele spaarzame hapjes,
maar ach, wie kon dat schelen, zolang zij je een glimlach schonk die elk hart
deed smelten. Hoe anders was dat ooit bij haar eigen mama, met wie elke
maaltijd een gevecht was: het aantoonbare verschil tussen kind en kleinkind,
tussen opvoeden en verwennen.

Ja, ik ben verliefd tot over mijn oren. Het is
onvoorstelbaar dat er ooit – lang, vreselijk lang geleden – een moment is
geweest dat het mij een beter idee leek dat dit geweldige mensje niet werd
geboren. Die gedachte, ook al werd die ingegeven door liefdevolle bezorgdheid,
vervult mij altijd nog met een gevoel van schuld en schaamte.
Wat ben ik dankbaar nu dat haar mama destijds mijn
woorden in de wind geslagen heeft.